holocaust, jewish, extermination, concentration camp, shoah, auschwitz, belzec, treblinka, monowitz, birkenau, night of the long knives,
deportations, judenrat, majdanek, westerbork, chelmno, vught, wannsee, theresienstadt, roma, sinti, night of the broken glass, extermination camps, nazi´s,
hitler, jews, diaspora, jewish council, judenrat, transportation, birkenau, ghetto, hans vanderwerff, sion soeters, aktion reinhard, terezin, himmler, david irving
holocaust denial, holocaust lest we forget, jews, synagogue, oswald pohl, odilo globocnik, deportations, judenrat, majdanek, westerbork, chelmno, vught,
wannsee, theresienstadt, roma, sinti, night of the broken glass, extermination camps, nazi´s, hitler, jews, diaspora, jewish council, judenrat, transportation,
birkenau, ghetto, hans vanderwerff, sion soeters, aktion reinhard, terezin, himmler, david irving, holocaust denial, holocaust lest we forget, jews, synagogue,
oswald pohl, siegfried seidl, protectorate, bohemia, moravia, murmelstein, karl rahm, anton burger, karl hermann frank,

 

Belzec - De misdadigers



"Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het nazi regime, vermoord in de jaren 1942-1943"

       Deze webpage beschrijft een aantal mannen, die zonder voorbehoud en loyaal de moord op honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen uitvoerden. Zij waren voortdurend in de weer om het proces van vernietiging te verbeteren. Materiaal over het dagelijks leven van deze mannen, hun persoonlijke gevoelens over het afschuwelijke werk zij uitvoerden, is niet voorhanden.

       De gevangenen hadden de gewoonte de SS'ers in het kamp een bijnaam te geven. Deze bijnamen weerspiegelden de reputatie en de activiteiten van deze SS'ers. De bijnamen werden ook als soort van code gebruikt als een specifieke SS'er in het kamp verscheen. (Arad, p.180-181)

 Politiechef  van Lublin en toezichthouder van de Aktion Reinhard kampen

 

Globocnik SS - und Polizeiführer für den Distrikt Lublin - SS en Politiechef in het district Lublin en toezichthouder van de Aktion Reinhard kampen. Geboren in Trieste in 1904. Globocnik werd door Britse troepen op 31 mei 1945 gearresteerd op de Möslacher Alm, Karinthië / Oostenrijk. Hij pleegde zelfmoord door zichzelf, op de dag van zijn arrestatie, om 11.30 uur vlak voor zijn kleine cel, te vergiftigen.

 Commandant van Belzec

 Commandant van Belzec

SS-Sturmbannführer - SS Majoor Christian Wirth SS-Obersturmführer - 1e Luitenant der SS Gottlieb Hering

Commandant van Belzec van december 1941 tot augustus 1942. Hij was de eerste commandant die in Belzec werd benoemd. Zijn wreedheid werd in de praktijk gebracht toen hij zijn post betrad en toen hij in een later stadium werd benoemd tot inspecteur van de Aktion Reinhard vernietigings- kampen. Hij was inspecteur van de vernietigingskampen en in die hoedanigheid de feitelijke commandant, maar hij ontwikkelde ook het systeem van vernietiging in deze kampen. Hij werd in september 1943 overgeplaatst naar Trieste, waar hij het commando kreeg over  SS-Einsatz-kommando R l. Geboren op 24/11/1885 en gedood door Partizanen in Trieste op 26/05/1944.

Commandant van Belcez van augustus 1942 tot december 1942. In augustus 1942 verving hij Wirth, vanwege zijn benoeming tot inspecteur van de Aktion Reinhard kampen. Na de  liquidatie van Belzec, in de lente van 1943, werd hij commandant van het kamp Poniatowa. Op 4 november 1943 werden alle Joodse gevangenen van dit kamp doodgeschoten als gevolg van Aktion Erntefest. In 1944 werd hij overgeplaatst naar Italië, waar hij Wirth, nadat deze was gedood, als commandant van Kommando R 1 in Trieste, opvolgde. Geboren op 02/06/1887 en overleden op 09/10/1945 als gevolg van een ziekte in het Katherinen Hospital in Stetten, Germany.

Misdadigers met een lagere rang

 Kurt Hubert Franz 17/01/1914-04/07/1998












Geen lid van de NSDAP of gelieerde organisatie. Was lid van de Waffen-SS. Geboren in Düsseldorf. Verlengde lagere school van 1920 - 1928 in Düsseldorf. Sinds 1929 opgeleid als kok, in het restaurant "Hirschquelle", en later in "Hotel Wittelsbacher Hof" in Düsseldorf, echter zonder afsluitend examen te doen. Soldaat in de periode 1935 - 1937. In oktober 1937 werd hij lid van de Waffen-SS (3. SS-Totenkopfstandarte Thüringen). Eind 1939 ontboden op de Kanzlarei van de Führer en gedetacheerd als kok in de euthanasie instituten te Grafeneck, Hartheim, Sonnenstein en Brandenburg. Als lid van het 6e battaljon diende hij in 1941 in het concentratiekamp Buchenwald (SS kleding afdeling, wellicht kok). Op 30 januari 1940 werd hij gepromoveerd tot SS-Unterscharführer, in 1941 (?) tot SS-Scharführer. Tijdens de lente van 1942 naar het Generalgouvernement gestuurd. 

Commandant van Treblinka, van 27 augustus 1943 - november 1943.
In de lente van 1942 (als SS-Scharführer) naar Belzec. Op 20 april gepromoveerd tot SS-Oberscharführer. Hij werkte als kok en trainde de Oekraïnse bewakers. In augustus/september 1942 werd hij naar Treblinka gestuurd, waar hij het commando van de Oekraïnse bewaking overnam en klom op tot de functie van plaatsvervangend commandant van het kamp. Commandant van Treblinka, van 27 augustus 1943 tot november 1943. Gepromoveerd tot SS-Untersturmführer op 21 juni 1943.

Franz was een dominante persoonlijkheid in Treblinka waar het ging over de dagelijkse gang van zaken en de gevangenen. Voor de gevangenen was Franz de wreedste SS'er. Zijn verschijning was uitermate misleidend; hij had een rond babygezicht en was jonger dan de meeste andere SS'ers. Hij werd daarom door de gevangenen "Lalke" ("pop" in Yiddish) genoemd. Echter in werkelijkheid was hij een moordenaar en een sadist, die het leven van de gevangenen tot een hel maakte.

Hij werd overgeplaatst naar Trieste, waar hij deelname aan moorden op partizanen en Joden. Gevangen genomen door troepen van de Amerikaanse leger, maar hij wist te ontsnappen en  nam zijn oude beroep van kok weer op. In 1959 werd hij opnieuw gevangen genomen en op 3 september 1965 door het Landgericht Düsseldorf  tot levenslang veroordeeld. Hij overleed op 4 juli 1998 in een bejaardentehuis in Wuppertal.
Bron: death-camps.org/belzec/perpetrators


 

 Lorenz Hackenholt 25/06/1914-31/12/1945


Lorenz Hackenholt:
 Lid van de NSDAP en de SS (1934). Chauffeur op euthanasiecentrum Sonnenstein. Diende ook in Grafeneck. Zijn affiliatie met een commando of detachement is onbekend.

Hij was een van Wirth's favourieten, hielp bij de bouw van de gaskamers in Belzec en in Sobibor. Tijdens zijn dienst in Belzec ontwierp hij de plannen voor de nieuwe gaskamers in Treblinka, waar hij ook hielp met het installeren van de leidingen van de gaskamers. (Tregenza, p.5)

Hackenholt zoals Suchomel zich hem herinnerde: "De Oekraïnse garde in  Treblinka, was een losgeslagen en dronken leven gewend, maar werd door Wirth, Oberhauser en Hackenholt tot de orde geroepen en met harde hand, d.w.z. met de zweep en harde straffen in het gareel gehouden. (Tregenza, p.42) 
Werd in september 1943 tot SS-Hauptscharführer gepromoveerd, zonder enige twijfel vanwege zijn onvermoeibare inzet in de vernietigingskampen.
De gaskamers in Belzec werden de "Stiftung Hackenholt" (Hackenholt Stichting) genoemd en net als in Treblinka was een Davidster boven de gaskamers van Belzec aangebracht. (Klee, p.242)

Hij diende in Italië en overleefde vrijwel zeker de oorlog in het Allgäu gebied in de buurt van  Memmingen-Kempten in de nabijheid van de Duits-Oostenrijkse grens. (Tregenza). Hij werd door zijn broer gezien terwijl hij een kar reed, maar werd nooit gearresteerd. Verdere details zijn niet bekend.
Bron: death-camps.org/belzec/perpetrators


 

Josef Oberhauser 20/09/1915-22/11/1979


Josef Oberhauser:
Geboren in München. Dagloner op boerderijen. Volgde 7 jaar lager onderwijs. Was sinds november 1935 lid van de SS (Totenkopfstandarte "Brandenburg"), nr. 288.121 en werd in 1936 bevorderd tot SS-Rottenführer en in 1938 tot SS-Unterscharführer. Vanaf 1939 lid van de "SS Leibstandarte Adolf Hitler" en betrokken bij de inval in Polen. Nadien gepromoveerd tot SS-Oberscharführer.
In november 1939 naar T4. Van de herfst 1940 tot de herfst 1941werkzaam als stoker in Bernburg. Hij was ook werkzaam in Grafeneck, Brandenburg en Sonnenstein. In november 1941 naar Lublin gestuurd.
Van november tot Kerstmis 1941 was hij lid van de staf van SS- und Polizeiführer Lublin, Globocnik. Vanaf Kerstmis 1941 was hij de vaste compagnon van Wirth en verbindingsofficier voor Globocnik.

Van november 1941 tot 1 augustus 1942 was hij in Belzec als verbindingsofficier naar het hoofdkantoor in Lublin, zonder een specifieke taak, maar had het commando over een wachtpeleton. Op 1 augustus 1942 toegevoegd aan het kantoor van Wirth. Hij werd commandant van de Oekraïnse garde in het district Lublin. Hij vergezelde Wirth op zijn inspecties naar de drie kampen (Belzec, Sobibor, Treblinka).
Op 20 april 1943, werd Oberhauser vanwege zijn verdienste bij Aktion Reinhard gepromoveerd tot SS-Untersturmführer.

In de herfst van 1943 werd hij naar Italië gestuurd, waar hij op 30 januari 1945 tot SS-Obersturmführer werd gepromoveerd. Hij werd in mei 1945 door Britse troepen gevangen genomen in Bad Gastein (Oostenrijk).
Hij ontving op 28 april 1956 gratie, nadat hij door het Landgericht Magdeburg tot 15 jaar celstraf werd veroordeeld. Na zijn invrijheidstelling werd hij dagloner en ober in München. Hij werd in 1965 opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden, door het Landgericht München.
Bron: death-camps.org/belzec/perpetrators


Ernst Zierke 06/05/1905-unknown


Ernst Zierke:
Geboren in Krampe bij Köslin. Verliet op 13 jarige leeftijd, na 8 jaar de lagere school en werkte als houtsnijder en smid. Lid van de NSDAP en de SS vanaf 1930. In de periode 1934 - januari 1940 was hij verpleger in de Heil- und Pflegeanstalt Neuruppin.
In januari 1940 verbonden aan het euthanasieprogramma T4. Hij was verpleger en chauffeur in Grafeneck, Hadamar en Sonnenstein. In de winter van 1941 / 1942 werd hij overgeplaatst van de psychiatrische inrichting in Eichberg naar de OT (Organisation Todt) in het gebied van Wjasma in Rusland. Vroeg in 1942 volgde opnieuw een overplaatsing naar Eichberg nabij Rüdesheim.

In juni 1942 overgeplaatst naar Belzec, waar hij diende als wacht op het perron en het toezicht had over de kleedruimtes. Hij nam deel aan de executie van de laatste groep Joodse gevangenen. Na de ontruiming en opheffing van Belzec werd hij, in maart 1943, overgeplaatst naar het dwangarbeiderskamp Dorohucza bij Trawniki. Toen dit kamp werd opgeheven, bleef hij samen met Jührs achter om toezicht te houden op de afbraak van de gebouwen.

In de herfst van 1943 kreeg hij het bevel om toezicht te houden op de ontmanteling van Sobibor en om de laatst overgebleven Joden te doden.

In december 1943 werd hij naar San Sabba in Italië gestuurd, om tegen de partizanen te vechten. Na de oorlog werd hij in een krijgsgevangkamp gearresteerd. Op 31 januari 1963 werd hij opnieuw aangehouden,  maar zowel op het Belzec proces in Müchen (1964) als op het Sobibor proces in Hagen vanwege gezondheidsredenen van rechtsvervolging ontslagen.
Bron: death-camps.org/belzec/perpetrators