Benny Behr werd op 27 februari 1911 geboren. Voor de oorlog trouwde Benny met een niet-Joodse vrouw. Daarom genoot hij, net als de anderen die met niet-Joden getrouwd waren, tijdelijk beperkte vrijheid, totdat ook de Joden uit gemengde huwelijken zich moesten melden of opgepakt werden. Aanvankelijk werd Benny in maart 1944 opgesloten in een vrij gematigd kamp nabij Havelte, in Drenthe. Nadat hij op een gegeven moment Havelte had weten te verlaten, werd hij opnieuw in Groningen gearresteerd door twee Nederlandse SD agenten, die hem op 1 augustus 1944 naar Westerbork brachten, waar hij opgesloten werd in de strafbarak. Toen de strafbarak begin september werd opgeheven, nadat het laatste transport uit Westerbork naar Auschwitz/Birkenau was vertrokken, mochten Benny en 50 mede strafgevangenen zich bij de rest van de kampbewoners voegen. Benny overleefde het kamp en werd tezamen met 877 medegevangenen op 12 april 1945 door de Canadezen bevrijd.
Benny Behr was beroeps-violist, die voor het uitbreken van de oorlog, samen met zijn vriend en collega Sem Nijveen optrad. Ook in Westerbork bleef Benny vioolspelen. Zelfs in de strafbarak vermaakte hij hiermee jong en oud. Benny onthaalde de kinderen op open lucht concerten, zoals de foto boven links laat zien. Muziek had een positieve uitwerking op de mensen en zorgde voor een dragelijker sfeer, waar anders chaos en druk het leven zou beheersen. Benny overleed op 16 augustus 1995.
|
![]() |