holocaust, jewish, extermination, concentration camp, shoah, auschwitz, belzec, treblinka, monowitz, birkenau, night of the long knives,
deportations, judenrat, majdanek, westerbork, chelmno, vught, wannsee, theresienstadt, roma, sinti, night of the broken glass, extermination camps, nazi´s,
hitler, jews, diaspora, jewish council, judenrat, transportation, birkenau, ghetto, hans vanderwerff, sion soeters, aktion reinhard, terezin, himmler, david irving
holocaust denial, holocaust lest we forget, jews, synagogue, oswald pohl, odilo globocnik, deportations, judenrat, majdanek, westerbork, chelmno, vught,
wannsee, theresienstadt, roma, sinti, night of the broken glass, extermination camps, nazi´s, hitler, jews, diaspora, jewish council, judenrat, transportation,
birkenau, ghetto, hans vanderwerff, sion soeters, aktion reinhard, terezin, himmler, david irving, holocaust denial, holocaust lest we forget, jews, synagogue,
oswald pohl, siegfried seidl, protectorate, bohemia, moravia, murmelstein, karl rahm, anton burger, karl hermann frank,
Toen Adolf Hitler, op 30 januari 1933 kanselier van Duitsland werd, geloofde men dat hij de enige was die een coalitie kon samenstellen met Hugenberg's DNVP en mogelijk de Midden Partij teneinde een meerderheid in de Rijksdag te verkrijgen. Een onwillige Hindenburg, die president was van de Weimar Republiek, wilde doen geloven dat de radicale neigingen van Hitler beteugeld konden worden door het feit dat von Papen vice-kanselier zou zijn. Andere conservatieve leiders zouden zeggenschap krijgen over belangrijke ministeries, zoals die van Oorlog, Buitenlandse Zaken en Economie. De nazi partij werd beperkt tot het bekleden van het kanselierschap en het tot dan toe machteloze Ministerie van Binnenlandse Zaken. Aan de andere kant werd Hermann Göring, aan wie ministeriële status zonder portefeuille was verleend, aangewezen als Minister van Binnenlandse Zaken voor de staat Pruisen. Dit gaf hem de hoogste macht over het grootste politiekorps in Duitsland, een gegeven dat hem letterlijk de macht gaf over leven en dood van miljoenen mensen. Niet in het minst die van de Joden. Hindenburg kon met zijn politiek gekonkel niet voorkomen, dat Hitler, door zijn manipulaties de volledige macht naar zich toe zou trekken.
De nazi’s hingen een ideologie aan, die verklaarde te strijden voor de gewone man, die zij afschilderden als slachtoffer in een wereld beheerst door de Joden. Anti-semitisme en het idee van Duitse rassen superioriteit vormden de kern van deze ideologie. Bovenaan de lijst stond het bekritiseren van Versailles. Niet ver daarvan af stond de afkeer van het grote zakenleven, banken, winkels en handenarbeid. Zo ook, het bezwaar van de nazi tegen verdeeldheid en veronderstelde inefficiëntie van de politieke partijen. Noch het 25 punten nazi partij programma, dat werd uitgegeven in 1920, noch Hitler’s autobiografie Mein Kampf - Mijn Strijd geschreven in 1925 terwijl hij in de gevangenis zat, bevatten duidelijke uitgangspunten hoe een nieuw Duitsland er uit zou komen te zien onder de nazi’s. Wel hadden Hitler en zijn loyale propagandisten duidelijk gemaakt dat zekere veranderingen noodzakelijk waren. Veranderingen die ten koste zouden gaan van Duitsland’s raciale vijanden. Rassensuperieure Duitsers dienden bijeen te worden gebracht in een strak samengevlochten gemeenschap, genaamd Volksgemeinschaft, - een samenleving van mensen waarin partijafdelingen en klassen zouden worden overtroffen door een geest van raciale harmonie. Een harmonie, die noodzakelijkerwijs mensen van inferieur bloed zou uitsluiten. De logica van deze gedachte vereiste een oplossing van wat de nazi’s die Judenfrage - het Joden Vraagstuk noemden. Op zijn minst riep het om een omkering van de trend, die meer dan een eeuw oud was, van de Joodse assimilatie in de, naar beweerd werd, superieure Duitse Natie en het Duitse culturele en economische leven. Voor wat Duitsland's positie in internationale zaken betreft, had Hitler duidelijk gesproken over Duitsland's behoefte aan Lebensraum - levensruimte in het oosten. Maar eerst was er de noodzaak om het juk van het gehate Verdrag van Versailles te breken. Of de nazi’s een kans kregen om hun ideologische doelstellingen uit te voeren, hing af van de mo- gelijkheid om hun geringe greep op de teugels van de macht te verstevigen. Liberalen, socialisten en communisten bleven tot het bittere eind gekant tegen de nazi ideeën van Hitler. Belangrijke bedrijfstakken, het leger en sommige kerken stonden in verschillende mate wantrouwend tegenover de maatregelen, die hij wellicht zou nemen. Uiteindelijk was het een combinatie van durf en brutaliteit over en tegen de zwakheid van zijn opponenten en van de vele momenten van buitengewoon geluk, die het Hitler mogelijk maakten zijn totalitaire dictatorschap tot stand te brengen. De Partij van het Midden weigerde in januari 1933, zich bij de NAZI-DNVP coalitie aan te sluiten. Hitler eiste en kreeg verkiezingen voor een nieuw Reichstag – Duits Parlement. De verkiezingen, die op 5 maart 1933 werden gehouden, waren voorafgegaan door een gewelddadige campagne waarbij de SA, onder het commando van Ernst Röhm, prominent figureerde. Hitler profiteerde van de brand van de Reichstag op 27 februari 1933, waarvan de schuld werd gelegd bij een verbijsterde Nederlandse communist genaamd Marinus van der Lubbe, door alle burgerlijke vrijheden op te schorten en zowel communisten als andere oppositieleiders te arresteren. Ondanks de campagne van terreur verkreeg de nazi partij, met een 43.9 % van het totaal, geen meerderheid. Desalniettemin was de 8 % die de DNVP had gekregen, voldoende voor een meerderheid van de twee partijen in de Rijksdag. Op haar eerste vergadering op 23 maart, stemde de Reichstag, onder enorme druk van de Sturmabteilung - Storm Brigade en van de Schutzstaffel - Beschermingseenheid van Heinrich Himmler, voor de Machtigingswet, die Hitler de gewenste macht gaf om de grondwet buiten werking te stellen. Binnen twee weken na het aannemen van de Machtigingswet, werden nazi gouverneurs uitgezonden om de federale staten op een lijn te brengen en een paar maanden later werden de staten zelf opgeheven. Op 7 april 1933 werden de openbare diensten en de universiteiten gezuiverd van socialisten, democraten en Joden. Op 2 mei werden de vakbewegingen ontbonden en vervangen door, wat de nazi’s een Arbeidersfront noemden. In de tussentijd was Göring begonnen om de politieke arm van de Politie van Pruisen om te vormen tot een geheime politieke politie, genaamd de Gestapo - Geheime Staatspolizei - Geheime Staats Politie, om het nazi regiem beter te kunnen dienen. Een proces dat door Himmler met de Politie van Beieren werd herhaald. De wreedheid die Hitler koos om elke vermoedelijke tegenstand van zijn gezag tegemoet te treden werd duidelijk bij zijn ingrijpend bevel om het SA leiderschap te vermoorden, 30 juni 1934. Röhm's stoot troepen, voornamelijk een groep gewapende straatbandieten, hadden voor bruikbare kracht gezorgd tijdens de moeilijke jaren van de partij, maar hun voortdurende neiging tot ongeregeldheden, vreesde Hitler, zou kunnen leiden tot een interventie van het leger en daarmee zijn eigen omverwerping. Om deze mogelijkheid voor te zijn, betrok Hitler de loyale Himmler erbij, die zijn SS inzette om de SA te zuiveren van dozijnen leiders inclusief Hitler’s langdurige vriend Ernst Röhm. De bijna laatste stap in Hitler’s greep naar de macht was op 2 augustus 1934, toen, bij de dood van President Hindenburg, hij zich de macht van het presidentschap toeeigende en deze combineerde met zijn macht van kanselier. De laatste stap werd gezet in februari van 1938 toen Hitler het persoonlijke bevel op zich nam over de drie takken van de Duitse gewapende eenheden. Kristallnacht - Nacht van de lange messen, 18 november 1938, betekende het begin van het einde voor de Duitse Joden. Het was een nacht waarin met geweld een pogrom tegen de Duitse Joden en hun bezittingen werd georganiseerd. |